Aan het ziekenhuisbed vroeg ik de vrouw naar de achtergrond van haar hondje. Zij beschreef toen een korte geschiedenis van haar ‘liefste dierke’. (Soms dacht ik dat het de morfine was die een verhaal vertelde over een heel andere, gestoorde, hond).
‘Ik verhuis best veel’, begon ze. Dat ‘best’ was best een understatement, dacht ik later. ‘Maar ik verhuis alleen voor een mooier panorama, hoor.’
Bij de eerste verhuizing leek Melleke rustig alle verhuisperikelen te ondergaan. Hij was toen veertien weken oud. ‘Ik verhuisde van een flatje met uitzicht op een flat, naar een huisje met gezellig uitzicht op de dorpspomp.’ Ook de volgende twee verhuizingen liet haar hondje zich rustig mee verhuizen.
Bij de vierde (‘heerlijk uitzicht op moestuinen’) en vijfde verhuizing (‘rustig uitzicht op het bos’) leek het inpakken van de dozen langer te duren. De vrouw dacht dat ze zich dat verbeeldde, totdat ze een keer een harde knal uit de keuken hoorde komen. Ze keek om de hoek en zag Melleke daar een koekenpan uit een verhuisdoos slepen. Van een afstandje keek ze toe hoe hij de pan onhandig terug naar de kast sjouwde. Hierna viel het haar op dat ze hem vaker met spullen zag lopen die zij al had ingepakt.
Bij de zesde verhuizing (‘romantisch uitzicht op de dijk’) begon Melleke ook dozen te verscheuren. Eerst volle dozen, later kroop hij, als hij de kans zag, in de voorraadkast bij de opgevouwen dozen. Ze is vanaf toen heel wat keren naar de bouwmarkt gereden voor nieuwe dozen.
Het was bij de achtste (‘uniek uitzicht op de molen’) of negende verhuizing (‘ver uitzicht over de weilanden’) dat Melleke haar steeds de weg blokkeerde als ze met de gevulde dozen door het huis liep. Bij de tiende verhuizing (‘gezellig uitzicht op de oude boomgaard’) viel ze al haar tanden uit de mond toen ze over Melleke struikelde en de trap afdonderde. De verhuisdoos vol boeken die ze voor zich uit droeg brak ongelukkig genoeg haar val.
De verhuizingen erna (‘met echt geweldige uitzichten’) trok Melleke steeds spullen uit haar handen die ze wilde inpakken. Het leek eerst nog op spelen, maar ‘m’n lieve Melleke’ werd fanatieker en feller. Ieder object werd een strijd. Verhuizen was al haast niet meer te doen. Het inpakken en sjouwen van dozen duurde wéken.
Toen, bij verhuizing nummer dertien gréép Melleke haar.
Op het moment dat zij de sleutel van het kleine appartement in het slot wilde steken hing hij aan haar arm, zij liet de sleutel vallen, hij liet haar arm los en at de sleutel razendsnel op alsof hij een kattendrol te pakken had. Melleke rende weg en liet haar achter met een gescheurde jas en bloeduitstortingen op haar rechter onderarm.
Hierna was Melleke zoek. De buren van huis twaalf (‘met dat zalige uitzicht op de kerk’) zagen hem dag later bij de voordeur van zijn oude huis liggen. Daar heeft zij hem liefdevol opgehaald.
Daarna hadden ze het enkele weken heel fijn in het appartementje ‘met een weids uitzicht over zee’. Ze maakten dagelijks een wandeling over het strand om daarna gelukkig en opgekruld op de bank te slapen (Melleke) of een goed boek te lezen (zij).
Toen de vrouw eergisteren vrolijk tegen Melleke babbelde dat ze een leuk nieuw huisje op het oog had met ‘een feblien uitzicht op de Grote Markt’ (ik geloof echt dat ze ‘feblien’ zei) heeft Melleke haar helemaal toegetakeld.
En daarom zat ik vanmorgen aan haar ziekenhuisbed om meer te weten te komen over de hond die ik tijdelijk op zou vangen in de weken dat zijn eigenares revalideert. Ik herkende haar Melleke niet in de lieverd die bij mij thuis zat.
Aan het einde van haar verhaal was ze even stil. Toen hoorde ik haar zachtjes zeggen dat Melleke ‘misschien niet zo heel erg van verhuizen houdt’. Ik knikte.
Na nog een kleine stilte besloot ze Melleke af te staan voor adoptie. ‘Dan hoeft hij niet meer mee te verhuizen naar mijn nieuwe woning met subliemmmm uitzzzzicht ooohhh ...’
In deze zin hakte de morfine erin en viel ze in slaap.
Melleke is nu hij bij mij woont een gezellig en tevreden hondje. Hij krult zich lekker op in zijn mandje, kruipt soms tegen me aan op de bank en wil graag een aai. Hij vindt alle mensen leuk en als we gaan wandelen is hij blij en loopt lekker mee (altijd los). Hij is nooit agressief naar andere honden en met sommige honden speelt hij even. Hij is dol op eten.
Als jij hem zijn finale thuis kunt beloven met uitzicht op een fijne mand, mag je hem adopteren. Hij kan nog één keer in zijn leven verhuizen.
En als je je aan je belofte houdt, dan heb je aan hem echt een ontzéttend lief dierke.
*
In 'het adoptiehondenproject' vind je (verzonnen) verhalen en tekeningen van Suzanne Huijs, hondenprofessional x beeldend kunstenaar x meer creatieve zaken, www.hondenbeusichem.nl en www.suzannehuijs.nl