Ik heb vandaag een boek uitgelezen met brieven van Vincent van Gogh. Een groot, vierkant boek en de titel is met zilveren letters op het donkerblauwe linnen gedrukt: ‘Dagboek’ van Van Gogh staat er. De papieren kaft zit er niet meer omheen. Ik zie op Google dat daarop een schilderij van Van Gogh afgebeeld is: het 'krankzinnigengesticht' bij St. Rémy, waar hij het jaar voor zijn dood verbleef.
Toevallig vond ik het boek twee weken geleden in de kiosk van Station Culemborg, op de zwerfboekenplank. Het was een heel mooi toeval, want ik was de laatste maanden nieuwsgierig geworden naar de brieven van Van Gogh. Ik wist niet waarom. Nu weet ik wel waarom.Sinds ik het boek heb, lees ik er iedere dag in. Veel langzamer dan ik normaal lees zuig ik mezelf in Vincents woorden. Want ik wil alles begrijpen wat hij zegt. Ik begrijp eigenlijk alles. Hoe hij zoekt, twijfelt, voelt, weet, kijkt, wankelt, met weinig geld moet leven, filosofeert, bang is om gek te worden, scherp ziet, bewust is van hoe hij is, zich ontheemd voelt, verder zoekt ...
Ik kende zijn bekendste schilderijen, maar wist niet dat hij het portret als zijn belangrijkste thema beschouwde. Belangrijker dan landschappen, zonnebloemen, bomen, stillevens. Hij maakte portretten van mensen die niet aan uiterlijk vertoon doen, of ‘beschaafd’ zijn, maar mensen die écht zijn. Zijn modellen waren boeren en arbeiders.
Ook wist ik een paar dingen over zijn leven, zoals het afsnijden van zijn oor, het briefcontact met zijn broer Theo en de armoede waarin hij leefde. Maar ik wist niet dat hij ontzettend gedreven - eigenlijk bezeten - was om werk te maken. Om beter te worden als schilder. In de negen jaar dat hij als kunstenaar werkte maakte hij ruim tweeduizend tekeningen en schilderijen.
Veel werk maken, en daarin vooral niet streven naar 'mooi' of 'gelukt' werk, vond hij heel belangrijk in zijn kunstenaarschap. Bijna aan het einde van het boek lees ik in één van zijn brieven: ‘Het langzame en lange werken is de enige weg en alle eerzucht om beslist iets goeds te willen maken, is verkeerd.’
Op die pagina besef ik dat dit boek niet zómaar op mijn pad is gekomen. Het lezen van de brieven hebben me voeding gegeven voor dat waar ik mij in februari als 'Artist in residence' bij Werk aan het Spoel op wil richten.
Om te beginnen is mijn thema het portret. Door het lezen van dit boek en zien van het werk van van Gogh kom ik nog dichter bij mijn thema.
Ook wilde ik deze maand gebruiken om veel werk te maken: schetsen, onderzoeken, doorwerken. Ik weet: het 'langzame en lange werken' zal me nieuwe wegen doen ontdekken en me beter maken in mijn techniek.
Maar bovenal wilde ik het maken van mooi, goed werk niet als het belangrijkste doel hebben. Ik wil ‘alle eerzucht om beslist iets goeds te willen maken’ los durven laten. Werk niet laten lukken.
Nu weet ik waarom ik de brieven van Vincent van Gogh moest lezen. Waarom ik aan ze begon te denken en ik er op station Culemborg een boek van vond. Want wat Van Gogh schreef heeft me gevoed en geïnspireerd voor komende maand en - bovenal - gesterkt in dat wat ik het allerliefste wil doen als 'Artist in residence': durven mislukken.